Dit interview verscheen in National Geographic Traveler editie 3, 2019.
Drie jaar geleden vertrok je in een elektrische auto naar de andere kant van de wereld. Wat was het idee erachter?
‘In 2014 moest ik voor mijn studie Eventmanagement een afstudeerconcept ontwikkelen. Elektrische auto’s waren in die tijd in opkomst en hoewel ik weinig met auto’s heb, spraken deze me wel meteen aan. Ze hebben een ongeëvenaarde acceleratie, zijn stil, hightech, vaak mooi vormgegeven en produceren geen uitlaatgassen. Maar ik hoorde veel vooroordelen over stekkerauto’s: ze zouden onbetrouwbaar zijn of geen lange afstanden aankunnen. Met mijn project wilde ik het tegendeel bewijzen: ik besloot in een elektrische auto naar de andere kant van de wereld te rijden. Als dat zou lukken, dan kunnen we er hier toch ook mee naar de Albert Heijn?’
Hoe zag je route er ongeveer uit?
‘Mijn reis wordt bepaald door mensen die mij energie aanbieden; ik rij van stopcontact naar stopcontact. Toen ik op 15 maart 2016 vertrok, had ik zo’n tweehonderd aanbiedingen. Met name uit Nederland en omringende landen, maar ook al uit Mongolië, Thailand en veel uit Australië. Binnen vier weken belandde ik in Italië, maar wegens te weinig aanbod was zuidelijker gaan geen optie. Omdat veel Scandinaviërs mij onderdak boden, reisde ik weer omhoog: door Denemarken naar Zweden en Noorwegen. Na de Noordkaap, het noordelijkste puntje van Europa, reed ik door naar Rusland. Omdat ik in Irak één aanbieding had en uit China nul, koos ik ervoor via het Midden-Oosten naar Zuidoost-Azië te reizen. In Iran pakte ik een ferry naar de Verenigde Arabische Emiraten, gevolgd door een trip door Oman. Vanuit Dubai verscheepte ik de auto naar Mumbai. Zelf vloog ik erachteraan, de eerste vlucht deze reis. Ik doorkruiste India en wilde door naar Bangladesh, maar daar mocht ik de grens niet over met mijn auto. Ik moest omkeren en ben via Noord-India om Bangladesh heen gereden en vervolgens door Myanmar en Thailand naar Maleisië. Daar zette ik de auto op een boot naar Borneo om naar Indonesië te rijden. Via een hoop ferry’s en idyllische eilandjes ben ik toen in Oost-Timor uitgekomen, waar ik de auto verscheepte naar Darwin. Vanaf daar vervolgde ik mijn weg door Australië naar mijn eindbestemming: Sydney.’
Hoe had je je voorbereid op je tocht?
‘Ik begon met een inventarisatie van de benodigde middelen: kleding, laptop, filmapparatuur, laadkabels en natuurlijk een auto. Een vriend van me bouwde de website en ik plaatste een videotrailer op forums en in Facebookgroepen, om te vragen om een maaltijd, slaapplek of stroom voor de auto. Oftewel: brood, bed of batterij. Voor de apparatuur en auto ging ik op zoek naar sponsoren. De auto was de grootste uitdaging, maar uiteindelijk wilde Bundles – een bedrijf voor duurzaam gebruik en hergebruik van onder andere wasmachines, koffiemachines en vaatwassers – mij hierbij helpen. Toen kon ik gaan!’
Je reisde zonder geld en was volledig afhankelijk van de gastvrijheid van anderen. Hoe is je dat vergaan?
‘Best goed. De eerste vier maanden kon ik van de ene naar de andere aanbieding rijden. Halverwege Noorwegen stond ik voor de eerste uitdaging: ik moest achthonderd kilometer overbruggen naar mijn volgende host. Mijn auto kan tweehonderd kilometer op één lading afleggen, dus moest ik voor drie dagen een maaltijd, slaapplek en stroom zien te regelen. De eerste dag zag ik wat mensen buiten barbecueën, die ik vroeg of ze een maaltijd met mij wilden delen. Toen ik vertelde wat ik aan het doen was, boden ze me een slaapplek en stroom aan. De volgende dag probeerde ik het bij een B&B, waar het ook raak was. Omdat het zo makkelijk ging, klopte ik de dag erop bij een viersterrenhotel aan. Zo zat ik opeens in een luxe kamer met uitzicht op de Lofoten en zag ik voor het eerst de midzomernachtzon. In Azië en het Midden-Oosten ging het een stuk makkelijker dan verwacht. Ik dacht bijvoorbeeld dat Iran een flinke uitdaging zou worden, omdat ik afhankelijk ben van sociale media, die daar bijna allemaal geblokkeerd zijn. Een week voor ik het land binnenging, had ik maar één aanbieding: van Ali in Teheran die van Nederlandse vrienden over mij had gehoord. Via vrienden en familie hielp Ali me Teheran te bereiken, maar vanaf daar had ik nog een lange reis voor de boeg naar de Perzische Golf. Een groep populaire autobloggers postte toen een oproep op Instagram – het enige kanaal dat niet achter een filter zit in Iran –, die viraal ging. Binnen een dag had ik meer dan honderd aanbiedingen door het hele land.’
Ben je ook weleens in de problemen gekomen?
‘De grootste problemen onderweg waren technische, zoals een gebroken veer, versleten banden en een ontplofte autolader. In India moest mijn kapotte auto door een vrachtwagen naar een reparatiepunt gebracht worden. We laadden hem in via een heuvel, maar kregen hem er, eenmaal in de stad, op geen enkele manier meer uit. Een zwaar moment, maar ook mooi omdat zo veel mensen probeerden te helpen. Uiteindelijk wisten we de auto uit te laden op een treinperron. In Indonesië ging de batterij kapot, nadat ik door een diepe plas was gereden. Er was zulke specifieke kennis nodig om de batterij te repareren dat ik monteurs uit Nederland moest laten overkomen. Bij elkaar kostten de vlucht, hun uren en het hotel zo’n vijfduizend euro. Via crowdfunding had ik het geld in tien dagen bijeen. Niet bepaald duurzaam nee, maar het was de enige optie om door te kunnen gaan.’
Hoe heb je het elektrisch reizen ervaren?
‘Over het algemeen is het vrij makkelijk reizen, want elektriciteit vind je overal. Veel elektrische rijders ondervinden range anxiety, de angst dat je zonder stroom komt te staan zonder mogelijkheid om op te laden, maar daar heb ik geen last van. Ik zie het als een uitdaging. Vooral in Australië moest ik goed plannen vanwege de grote afstanden. Zo moest ik een keer 255 kilometer afleggen, van Glendambo naar Coober Pedy. Om zo veel mogelijk energie te besparen, heb ik de hele weg zo’n zestig kilometer per uur gereden, met zo veel mogelijk rugwind. Dat resulteerde in een record: 235 kilometer op een lading. Maar twintig kilometer voor Coober Pedy kwam ik alsnog stil te staan. Ik heb me ingesmeerd met zonnebrand en gewacht. Tien minuten later kwam er een man voorbij die me wilde slepen. Dat is nog een enkele keer voorgekomen. Zo heb ik mezelf door het hart van Australië gesleept.’