In 1990 lanceerden NASA en de Europese Ruimtevaartorganisatie een telescoop om ver in het heelal te kunnen kijken. De satelliet draait rondjes boven de dampkring en zou observaties mogelijk maken zonder verstoring door luchtlagen, licht of vervuiling. Volgens wetenschappers zou de telescoop maximaal tien jaar functioneren.
Dertig jaar later blijft Hubble iedereen verrassen. Met behulp van de beroemde beelden konden astronomen enkele van de belangrijkste vragen over de ruimte beantwoorden, van Hoe oud is het heelal? (13,8 miljard jaar oud) tot Bestaan er echt zwarte gaten? (Jazeker, met een angstaanjagende heftigheid). In 1995 opperde de astronoom Bob Williams een curieus idee: wat als NASA Hubble zou laten kijken naar een plek die op het eerste gezicht donker leek? Dat leverde de magische ontdekking op dat er zelfs op plekken waar het menselijk oog niets ziet duizenden melkwegstelsels bestaan.
“Een van de belangrijkste prestaties van Hubble is dat de telescoop het grote publiek heeft laten kennismaken met de wonderbaarlijke schoonheid van het heelal,” zegt Kenneth Sembach, de directeur van het Space Telescope Science Institute waar het wetenschappelijke programma van Hubble onder valt.
NASA is van plan om volgend jaar de gevoeliger James Webb Space Telescope te lanceren - maar Hubble is ook nog niet klaar. De twee telescopen kunnen samen een nog gedetailleerder beeld van het heelal schetsen en op zoek gaan naar het antwoord op de vraag die steeds weer wordt gesteld: wat is er verder nog te ontdekken?
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com