De journalist en tot archeoloog opgeleide Kristin Romey maakte een rondreis door Palestina en Israël. Het doel? Archeologische locaties die in verband worden gebracht met Jezus bezoeken. Is er overtuigend bewijs voor zijn bestaan?

Magdala: woonplaats van Maria Magdalena

In het vroegere Magdala, de woonplaats van Jezus’ volgelinge Maria Magdalena, is een opzienbarende vondst gedaan. Franciscaner archeologen maakten in de jaren 70 een begin met het opgraven van de stad, maar de noordelijke helft bleef lange tijd verscholen onder Hawaii Beach, een verlaten vakantieoord aan de oever van het meer.

In 2004 voelde broeder Solana, die in Jeruza­lem een gasthuis voor pelgrims dreef, ‘een door Christus ingegeven drang’ om ook zo’n onder­komen te bouwen in Galilea. Hij zamelde miljoe­nen euro’s in en kocht daarmee stukje bij beetje percelen op langs het meer, waaronder het verla­ten vakantieoord.

In 2009 voerden archeologen van de Israëlische Autoriteit voor Oudheden, zoals de wet voorschrijft, een inspectie uit op de bouwlocatie. De rotsige bodem werd op diverse plekken opengelegd, en na een paar weken stuit­ten de onderzoekers tot hun verbazing op de resten van een synagoge uit de tijd van Jezus. Nooit eerder was er in Galilea een dergelijk bouw­werk ontdekt.

Synagogen uit de tijd van Jezus

Deze opzienbarende vondst maakte voorgoed een einde aan beweringen dat de eerste synago­gen in Galilea dateerden van decennia ná Jezus’ dood. De vondst bevestigt daarmee het beeld dat de evangeliën schetsen van Jezus als een man die regelmatig de synagoge bezocht en daar zijn boodschap verkondigde en wonderen verrichtte.

Toen de ruïne verder werd uitgegraven, ont­dekte de archeologische dienst een mozaïekvloer en muren met banken erlangs – duidelijke aan­wijzingen dat het hier een synagoge betrof. Maar de adem stokte toen ze in het midden van de ruimte een bewerkte steen aantroffen waar­ op in reliëf de heiligste symbolen uit de tempel in Jeruzalem waren uitgehakt.

Deze ‘Steen van Magdala’ zette voorgoed een streep door de op­ vatting dat de inwoners van Galilea ongelovigen waren die geen enkele band hadden met het reli­gieuze hart van Israël.

Naarmate de opgraving vorderde, bleek er op een diepte van nog geen dertig centimeter een complete stad te liggen. De bouwwerken waren zo goed bewaard gebleven dat Magdala vandaag de dag ook wel het ‘Pompeï van Israël’ wordt genoemd.

Inkopen op de markt

Tijdens een wandeling over het terrein laat archeoloog Dina Avshalom­ Gorni me alles zien: opslagruimten, bouwwerken, rituele baden en een plek waar vis werd verkocht en mogelijk werd geconserveerd. ‘Ik zie de vrouwen hier op de markt zó bij de viskraam staan’, zegt ze. Wie weet kwam Maria Magdalena, de beroemdste inwoonster van de stad, hier ook inkopen doen.

Als broeder Solana ons komt begroeten vraag ik hem wat hij zegt tegen bezoekers die hem vragen of Jezus ooit door deze straten heeft gelo­pen. ‘Op die vraag moet ik het antwoord schuldig blijven,’ erkent hij, ‘maar de evangeliën vermel­den op veel plekken dat Jezus een synagoge in Galilea bezoekt.’

In aanmerking genomen dat de synagoge in gebruik was in de tijd dat Jezus pre­dikte en dat hij vanuit Kafarnaüm met een boot gemakkelijk te bereiken was, concludeert Solana dat ‘er geen reden is om te ontkennen of te betwij­felen dat Jezus deze plek heeft bezocht’.

Hoe zit dat met andere plekken in Palestina en Israël? Welke bewijzen voor Jezus' bestaan zijn er in Bethlehem, Kafarnaüm en Jeruzalem? En hoe kijkt de wetenschap ertegenaan?