Constantinopel is de glorie van de Grieken. De stad, gebouwd in een driehoek zoals het zeil van een schip, is rijk in faam en nog rijker in welvaart.’ Met die woorden beschreef de twaalfde-eeuwse geschiedkundige Odo van Deuil de hoofdstad van het Oost-Romeinse Rijk, later ook wel het Byzantijnse Rijk genoemd.

Van Byzantion naar Constantinopel

Keizer Hadrianus stichtte Hadrianopolis. Alexander de Grote stichtte Alexandrië. En in 330 n.C. voegde Constantijn de Grote zich bij de lange lijst van keizers die een stad naar zichzelf noemden met de stichting van Constantinopel, of ‘Constantijnstad’.

Toch is stichting misschien niet het juiste woord, zegt classicus Diederik Burgersdijk, die werkt aan boeken over Constantinopel en Carthago. Het ging eerder om een naamswijziging, legt hij uit. De stad die Constantijn ‘stichtte’, bestond al bijna duizend jaar onder de naam Byzantion en was van oorsprong een Griekse kolonie.

‘Constantijn had zijn oog op de stad laten vallen en maakte er een keizerlijke residentie van binnen het Romeinse Rijk,’ zegt Burgersdijk.

Christelijke citymarketing

‘Later is dat stichtingsverhaal heel groot geworden en is de rol van Constantijn daarin naar de voorgrond gebracht,’ vervolgt de onderzoeker. ‘Maar dat was een soort citymarketing, bedoeld om de stad al vanaf de beginjaren te presenteren als een erg christelijke hoofdstad.’

In werkelijkheid was Constantinopel pas aan het einde van de vierde eeuw, tientallen jaren na de dood van Constantijn, uitgegroeid tot de onbetwiste hoofdstad van het Oost-Romeinse Rijk. Dat gebeurde tijdens de heerschappij van keizer Theodosius.

‘Theodosius was ook degene die het christendom tot de enige toegestane godsdienst verklaarde – een andere ontwikkeling die vaak wordt toegeschreven aan Constantijn.’

Om het aanzien van de middeleeuwse stad verder te vergroten, werden er allerlei kunstwerken naar Constantinopel gehaald. Een groot deel daarvan was roofkunst, zegt Burgersdijk. ‘Die kunstwerken kregen vaak christelijke betekenissen toegewezen. Een beeld van een herder met een schaap werd bijvoorbeeld geïnterpreteerd als de Goede Herder.’

Literaire smeltkroes

‘Wat vaak wordt vergeten, is dat Constantinopel een geweldige schriftcultuur had,’ zegt Burgersdijk. ‘Er werden ontzettend veel teksten geproduceerd.’

Het onderscheid dat we tegenwoordig maken tussen fictie en non-fictie was in die tijd niet aan de orde, legt hij uit. ‘Geschiedschrijving was een erg literaire aangelegenheid, en historici schreven vanuit hun eigen interpretatie en stijl.’

In de middeleeuwse steden in de rest van Europa werd vooral in het Latijn geschreven, maar in Constantinopel gebeurde dat in het Grieks. En niet zomaar Grieks, benadrukt Burgersdijk. Zo werden er teksten geschreven in de stijl van Herodotus, de Griekse vader van de geschiedschrijving die leefde in de vijfde eeuw v.C., en in de stijl van Aristoteles.

Heropleving van Grieks in Europa

Pas na de Val van Constantinopel in 1453, waarbij de stad door legers van het Ottomaanse Rijk werd geplunderd en uiteindelijk ingelijfd, kwamen de geschriften uit de Byzantijnse bibliotheken in andere delen van Europa terecht. Het leidde tot een opleving van het Grieks in Europa, zegt Burgersdijk.

‘Er kwamen zelfs handschriftjagers die al die literatuur uit Constantinopel wilden hebben,’ zegt Burgersdijk. ‘Ook van Erasmus, die op school in Deventer Grieks had geleerd, weten we dat hij deze teksten las.’ Wie op school lessen in klassieke talen heeft gevolgd, heeft mogelijk teksten gelezen die zijn beïnvloed door de schrijvers van Constantinopel.

‘In het klassiek Grieks werd oorspronkelijk alleen geschreven in hoofdletters,’ legt Burgersdijk uit. Het kleinschrift en de accenten die ervoor zorgen dat Griekse teksten makkelijker te lezen en schrijven zijn, stammen uit de negende en tiende eeuw.

Nog niet uitgelezen? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief van National Geographic en ontvang de favoriete verhalen van de redactie wekelijks in je mail.